Kennis van drugs is voor bemoeizorger Jeroen Spoelman het startpunt van een traject. “Als iemand zo enorm bezig is met een middel, wil ik begrijpen wat het voor hem of haar betekent. Zonder mijn begrip zal iemand minder makkelijk meekomen.”

Welke rol speelt druggebruik bij Tactus op de Pannekoekendijk?

“Best een grote. We hebben een inloop met een gebruiksruimte en een hostel met 28 chronisch gebruikende bewoners. Er is altijd een spanningsveld tussen het feit dat er gebruikt wordt in huis, maar dat we geen dealers over de vloer willen. Elke dag lopen we wel weer tegen nieuwe vragen aan. Meestal gaan die over hetzelfde dilemma: ga je als zorgverlener op de rem staan of beweeg je mee?”

Hoe sta jij daar zelf in?

“Ik probeer vooral te begrijpen hoe belangrijk drugs zijn voor een bewoner of bezoeker, welke rol ze spelen in hun leven. Als iemand er zó mee bezig is, kun je niet ineens verlangen dat hij of zij maar even een avond zonder speed zit. Dat zou onrealistisch zijn en kan het probleem groter maken. Dus ik probeer beslissingen te nemen door eerst de situatie te begrijpen. Vanuit gelijkwaardigheid, zonder oordeel en vanuit het perspectief van de cliënt. Daar heb je wel kennis van drugs voor nodig.”

Hoe kwam je bij Mainline voor trainingen?

‘Toen ik nog als bemoeizorger werkte bij Amethist in Almere, werd de gebruiksruimte voor heroïne-shotten heropend. Veel medewerkers vonden dat spannend, zagen er tegenop. Alcohol, chinezen, basen, allemaal prima. Maar naalden en overdoses… Hoe dan? Angst komt vaak voort uit onwetendheid. Daar moesten we iets mee. Ik kende Mainline als pionier van de jaren negentig, de heroïnecrisis, dus dat paste heel goed. De veldwerkers kwamen bij ons over de vloer en ik las de magazines voor weetjes over drugs. En het werkte, bij de heropening hadden medewerkers meer zelfvertrouwen. Toen ik hier in Zwolle ging werken, heb ik voorgesteld om de basistraining Middelenkennis te volgen.”

De afstemming tussen de verschillende gebruiksruimtes is bijvoorbeeld beter. Daar zijn we ook door de training kritischer naar gaan kijken. Mag iedereen eigenlijk wel heen en weer lopen? Waar zijn de uppers, waar zijn de downers?

Wat valt je eraan op?

“Wij hebben medewerkers die al 10 jaar in de verslavingszorg zitten, maar ook koks zonder ervaring met de doelgroep. Iedereen heeft kennis van drugs nodig, maar het niveau en de behoefte verschillen. Toch vindt iedereen de trainingen boeiend. Het is geen college, er gebeurt van alles wat de aandacht trekt. Je kijkt samen naar monstertjes van drugs, je leert hoe je een shot zet, onderzoekt gebruikersgedrag. En je wordt aan het denken gezet over je eigen vooroordelen. Daarnaast is het allemaal onderbouwd door 30 jaar ervaring en is de trainer heel bevlogen. Medewerkers krijgen niet alleen kennis, maar worden vooral bewust van zichzelf en hoe hun cliënt zich kan voelen.” 

Hoe neem je die kennis mee in de praktijk?

“Ik zie het met name in de inloop. De afstemming tussen de verschillende gebruiksruimtes is bijvoorbeeld beter. Daar zijn we ook door de training kritischer naar gaan kijken. Mag iedereen eigenlijk wel heen en weer lopen? Waar zijn de uppers, waar zijn de downers? Wat gaat samen en wat gaat niet samen? Je kijkt systematischer, analytischer. Door die kennis maken we keuzes die beter passen situaties. Zo voorkomen we onrust of intoxicaties.”

Zie je ook een effect op cliënten?

“Wel in de zin dat ‘harm reduction’ een geweldige vorm van herstel is. We hebben bijvoorbeeld mensen die 15 jaar bij ons wonen. Daarover wordt wel gezegd: die hebben geen perspectief. Ik vind dat een schrale manier van kijken. Volgens mij is er juist heel veel mogelijk wat betreft herstel en perspectief. Maar dan moet je wel het idee loslaten dat herstel alleen bestaat als iemand van de middelen af is. Het begint met kwaliteit van leven en voorkomen dat mensen zich al te veel schade aandoen. Daarvoor heb je kennis van middelen nodig, maar ook een andere manier van kijken. Wat wil een eigenlijk cliënt zélf met zijn gebruik? Dat is ook echt wat Mainline ademt.”